De kleur kan variëren van blauwgroen en groen tot bruin en bruingeel, en ook kunnen verschillende patronen worden gevormd, zoals nettekeningen, vlekken of strepen, maar deze patronen steken nooit echt af tegen de basiskleur. In de regel zijn de dieren groen als ze het naar de zin hebben, en bruin als ze geïrriteerd zijn, maar dat gaat niet altijd op, bijvoorbeeld vlak voor de paring. Wel hebben veruit de meeste exemplaren twee lichtere flankstrepen over de lengte, één op de midden-onderzijde van de flank en de andere net onder de rugkam, maar bij sommige kleurpatronen kunnen deze strepen volledig wegvallen.
Verder heeft deze soort een normale oorkwab (de flap achteraan de kop), een normale rugkam en geen keelwam of -zak. Aan iedere poot zitten vier tenen die niet erg beweeglijk zijn. De tenen hebben een soort 'vaste grijphouding' (zygodactyl) die bij het lopen erg onhandig is, maar in een boom of struik juist goed van pas komt; de kameleon kan er zich er goed mee vastklemmen aan een tak.

