In oktober 2020 bezochten we deze Zoutmijnen bij de Embalse ALfonso XIII, dit is de tweede keer in de afgelopen jaren en het verval is duidelijk merkbaar, helaas. Het is geschiedenis en blijkbaar niet belangrijk meer om het te behouden.
In 21 dagen was het water opgedroogd en verkreeg men het zout, maar alleen als de temperaturen boven de 35 graden steeg. In zakken werd het naar het magazijn gebracht (hogerop); en het zout werd verkocht aan fabrieken, die het voor o.a. vee/visvoer verwerkten. Kleine hoeveelheden werden gezuiverd (gemalen) voor menselijke consumptie. Het complex is thans in verval/slechte staat.
Tijdens de 16 - 18e eeuw werden zoutmijnen gezien als de economische motor, evenals het telen van rijst. Doordat er steeds minder water kwam (en dus minder zout), werd de mijn verlaten.
Geologisch gezien zie je materiaal uit het Trias van Keuper (m.n. gips- en klei) met dolomiet (calcium-magnesium-carbonaat) en ultrapotasicas = hoog kaliumgehalte uit het Krijt-tijdperk (150 - 66 mio jaar geleden)